Afvalbeheer
Als afdelingshoofd Logistiek geeft Martin leiding aan het logistieke team, dat bestaat uit zo’n veertig personen, en is hij verantwoordelijk voor het efficiënt en soepel laten verlopen van diverse logistieke processen binnen de organisatie. “Ons team is informeel, we zeggen waar het op staat en doen wat we beloven,” vat Martin samen. “Het is een platte organisatie en we pakken de dingen met energie aan.”
Naast onder meer kleding- en linnenbeheer, de postkamer en het verpleegkundig magazijn, valt ook afvalbeheer onder Logistiek. Dit laatste is een onderwerp waar de laatste jaren veel verbeterstappen in worden gezet. “Als Dijklander Ziekenhuis hebben we de Green Deal ondertekend, waarin onder meer afspraken staan over het verminderen van restafval. Om deze doelen te halen, zijn er nog serieuze stappen te zetten.”
Nieuwe afvalbakken
Een van de dingen die recent zijn aangepakt, is de aankoop van nieuwe afvalbakken waar deze voorheen werden gehuurd. “Vroeger werd al het afval verbrand, maar net als in ons privéleven doen we inmiddels ook in het ziekenhuis aan afval scheiden. We hebben inmiddels zo’n vijftien afvalstromen en willen dat het afval scheiden natuurlijk zo veel mogelijk bij de bron, dus op de afdelingen zelf, gebeurt. Nu we eigen bakken hebben, geeft dat ons meer vrijheid om vaste kleuren per afvalsoort te gebruiken, wat voor duidelijkheid zorgt bij het scheiden. Alleen voor het restafval hebben we nu nog huurbakken, maar ook die willen we binnen een jaar vervangen door eigen bakken. Dit lijkt misschien niet zo bijzonder, maar het gaat om het vervangen van honderden afvalbakken. Een flinke investering, die op termijn juist een besparing oplevert.”
Collega’s meekrijgen
Voor het daadwerkelijke scheiden van het afval is de medewerking van alle collega’s in het ziekenhuis nodig. “Om mensen mee te krijgen, hebben we een speciaal mailadres waar ze vragen kunnen stellen over het scheiden en gaat onze afvalcoördinator naar de afdelingen toe om voorlichting te geven. Op Zenya kunnen medewerkers ook alle regels vinden, maar in de praktijk blijkt dat als je je handen vol hebt of onder tijdsdruk werkt, je gemakkelijk in oude gewoontes vervalt en gemakshalve alles maar bij het restafval doet. Daarom helpt het echt om naar de afdelingen toe te gaan. We zien dat het steeds beter gaat.” Hier wordt ook actief op gelet door degenen die de containers op de afdelingen komen legen. “Die zijn daar streng in: zit er geen papier tussen het plastic, zijn de vaten met specifiek ziekenhuisafval niet zwaarder dan voorgeschreven? Als het niet klopt, wordt een container niet meegenomen en wordt er een ‘verbeterkaart’ uitgeschreven, waarop staat wat eraan mankeert. Vorig jaar hebben we een grote afvalscan gedaan, waarbij een extern bedrijf vijftien emmers met specifiek ziekenhuisafval openmaakte en analyseerde. Daar kwam onder meer uit dat er in het afval van het laboratorium geen vervuiling werd aangetroffen. Onze coördinator was daar geweest om voorlichting te geven, dat had dus echt geholpen.”
Een grote uitdaging is “het hardnekkige misverstand dat je kunt scheiden wat je wilt, maar dat het uiteindelijk toch allemaal in dezelfde verbrandingsoven terechtkomt,” merkt Martin. “We organiseren daarom af en toe een ‘afvalsafari’, waarbij we medewerkers uit het ziekenhuis meenemen via het souterrain naar het milieuplein, om te laten zien hoe we omgaan met het gescheiden afval. Het lijkt me mooi als we op een dag een product in het ziekenhuis in gebruik kunnen nemen dat is gemaakt van afvalmateriaal dat óók uit het ziekenhuis afkomstig is. Dat zou een concrete illustratie zijn van het nut van scheiden.”
Vanzelfsprekend
Ook het op niveau houden van de kennis rondom het onderwerp blijkt best lastig. “Er werken hier zo’n 3500 mensen, van wie we verwachten dat ze allemaal afvalexperts zijn – maar dat is natuurlijk niet hun primaire aandachtsgebied. Wie weet dat een jerrycan na vijf jaar moet worden vervangen? We moeten deze onderwerpen dus constant op de agenda van de mensen zetten. Daaraan merk je dat het nog niet in het systeem van de mensen zit. Thuis hoef ik er niets eens meer over na te denken om glas in de glasbak te doen. Zo vanzelfsprekend zou het scheiden van afval op het werk ook voor iedereen moeten worden. Maar zolang dat niet zo is, blijven wij de mensen eraan herinneren en proberen we het zo gemakkelijk mogelijk te maken.”
Een derde uitdaging betreft de ruimte die het in beslag neemt. “We kunnen nog wel twintig andere afvalstromen bedenken, maar al die verschillende containers nemen natuurlijk heel veel ruimte in. En als je van wegwerpkleding af wil, is er kastruimte nodig voor de wasbare kleding, het moet worden verzameld en verwerkt… Zo kan ruimtegebrek een praktische reden zijn om goede initiatieven niet uit te voeren.”
Vicieuze cirkel doorbreken
Martin doet zijn werk met passie. “Ik zie echt de noodzaak ervan in. Een ziekenhuis produceert veel afval, afval zorgt voor milieuproblemen, wat weer leidt tot gezondheidsproblemen. Door hier meer oog voor te hebben en dingen te veranderen, hebben we een kans om die vicieuze cirkel te doorbreken. Daarbij is mijn ambitie dat het normaal wordt om afval te voorkomen en afval te scheiden. Voor nu vind ik het heel leuk om te zien dat collega’s ons weten te vinden met vragen, dat onze afvalcoördinator wordt uitgenodigd bij een teamoverleg, dat we contacten hebben met de Green Teams op de afdelingen… ik zie echt een sneeuwbaleffect, dat vind ik heel positief.”
“In het Dijklander Ziekenhuis wordt met de Lean-methode gewerkt, waardoor er een cultuur van verbetering is. Mensen in alle functies kunnen met verbeterideeën komen en daar wordt ook echt werk van gemaakt. Zelf vind ik het fijn dat er een meerjarenstrategie is die richting geeft. Tegelijk ervaar ik veel autonomie om mijn gang te gaan, om te experimenteren hoe dingen anders kunnen, uiteraard binnen wet- en regelgeving. Met andere woorden: een prima balans tussen hulp als het nodig is en ruimte om je gang te gaan. Een prettige werkomgeving!”